De blik van jongeren op jeugdparticipatie

Jeugdparticipatie: een begrip dat steeds vaker opduikt en in de loop der jaren meer aandacht heeft gekregen. Maar wat betekent jeugdparticipatie nou eigenlijk voor de jongeren zelf? Wat zien zij goed gaan en wat kan beter? Welke adviezen hebben zij voor volwassenen en professionals? Vijf enthousiaste jongeren deelden hun inzichten in een online groepsgesprek met Stichting Alexander. Zij gaven een eigen definitie van jeugdparticipatie en aan de hand van stellingen deelden zij hun kijk erop. Benieuwd naar de verhalen en adviezen die zij geven? Lees verder om te ontdekken wat deze jongeren te vertellen hebben.

Even voorstellen…

Dit zijn drie van de vijf jongeren die deelnamen aan het gesprek:

Kadi Bah, Jelmer Fieret en Aisha Piet

Definitie van Jeugdparticipatie

Jeugdparticipatie is een breed begrip en betekent voor ieder wat anders. Samen met de jongeren zijn we dieper ingegaan op de vraag: “Wat betekent jeugdparticipatie voor jou?”. Zij benoemen 5 belangrijke elementen:

  1. Jongeren betrekken en inspraak geven: De jongeren omschrijven jeugdparticipatie als het zich betrokken voelen en inspraak kunnen hebben op belangrijke zaken. Het is fijn om je actief te voelen. Dit staat ook beschreven in artikel 12 van het Kinderrechtenverdrag. Door participatie krijgen kinderen en jongeren een waardevolle plek in de maatschappij. Zij ontwikkelen zichzelf door opdoen van nieuwe kennis en geven een vernieuwende blik op vraagstukken.
  2. Voor jongeren = door jongeren: Oftewel over mij is met mij. De jongeren vinden het belangrijk dat zij inspraak hebben over situaties die hen aangaan, en mee kunnen praten over onderwerpen die gaan over jongeren: “Je hebt een project wat gaat óver jongeren, waarbij er onderzoek gedaan wordt náár jongeren en wat ook deels dóór jongeren wordt uitgevoerd. Dat is voor mij denk ik jeugdparticipatie”.
  3. Jeugdparticipatie met oog voor inclusie: Volgens de jongeren moeten volwassenen letten op diversiteit, waarbij zoveel mogelijk verschillende jongeren worden betrokken. Op deze manier krijgt iedereen een eerlijke kans en kunnen jongeren die normaal niet aan het woord komen ook hun stem geven.
  4. Jong en oud samen een stap verder: Het is belangrijk dat jongeren en volwassenen samenwerken. Ieder hebben zij eigen ervaringen en kennis, waardoor ze elkaar aanvullen en van elkaar leren. Het is niet alleen van belang om jongeren te betrekken, maar ook om sámen aan de slag gaan en sámen iets bereiken: “Jongeren hebben een frissere blik en ouderen hebben gewoon heel veel kennis over dingen die ze van vroeger weten, en daar kunnen we ook veel van leren. Daarom denk ik dat samen je een stap verder brengt”.
  5. Mogen meepraten vanuit ervaringskennis: Jeugdparticipatie betekent dat iedereen welkom is en zijn mening kan geven, ongeacht je achtergrond. Je hoeft niet te wachten tot je volwassen bent of hebt gestudeerd, je eigen ervaringskennis is voldoende om een waardevolle bijdrage te geven: “Bij jeugdparticipatie vind ik het leuk dat je niet actief hoeft te studeren voor die kennis, maar dat dus al draagt en op die manier betrokken wordt en je betrokken voelt”.

Jongeren en hun visie op kennis, invloed en educatie

Kennis, invloed en educatie: dat zijn de kernpunten waar het bij Stichting Alexander om draait (zie afbeelding 1). Dit betekent dat wanneer jongeren actief worden betrokken, zij hun eigen visie en ervaringen kunnen delen wat leidt tot betere kennis over de jeugd. Ook kunnen zij door hun input invloed uitoefenen, bijvoorbeeld op beleid. Hierbij doen jongeren zelf veel vaardigheden op, bijvoorbeeld het goed uitvoeren van onderzoek maar ook samenwerken, nadenken over wat je eigenlijk vindt en met elkaar daarover uitwisselen. Met de jongeren zijn we aan de hand van stellingen dieper ingegaan op deze drie kernpunten. Waar zijn ze het mee eens en oneens, en wat valt hen op?

Afbeelding 1: kernpunten jeugdparticipatie Stichting Alexander

Stelling 1: volwassenen hebben voldoende kennis over de leefwereld van jongeren

Volgens de jongeren verschilt de hoeveelheid kennis per volwassene. Wel zien zij vaak een duidelijke kloof tussen de leefwereld van jongeren en volwassenen, bijvoorbeeld op het gebied van moderne technologie en sociale media. Jongeren en volwassenen gaan ook anders om met bepaalde veranderingen of gebeurtenissen, door verschil in ervaringen die zij hebben: “Volwassenen hebben meer meegemaakt en zijn op de proef gesteld. Ik denk dat er verwacht wordt dat jongeren ook rationeel blijven denken en prestaties leveren. Wij jongeren vinden het lastig te laten zien dat opgroeien heel veel onduidelijkheden geeft, vooral in een wereld waarin zo veel mogelijk is”.

Zij vinden het daarom belangrijk dat volwassenen zich meer verdiepen in de leefwereld van jongeren, die continu verandert. Volgens de jongeren zouden volwassenen er meer voor open kunnen staan en interesse kunnen tonen om deze leefwereld beter te begrijpen: “Ik denk voordat er maatregelen worden genomen, zoals bijvoorbeeld het telefoongebruik op middelbare scholen of regels over sociale media gebruik et cetera, dat er daarbij eerst meer ingelezen moet worden over hoe dat voor de jongeren is. En ik denk dat dat soms niet genoeg gebeurt”.

Ook de openheid van jongeren zelf beïnvloedt de hoeveelheid kennis die volwassenen hebben. Hierbij wordt de Covid-pandemie als voorbeeld genoemd. Doordat jongeren samen met volwassenen thuis zaten voerden zij meer gesprekken met elkaar waardoor meer openheid ontstond. Naarmate jongeren ouder worden kan het echter lastig zijn om ergens over te praten, voelen jongeren zich niet altijd begrepen of hebben er geen behoefte aan om alles te delen: “Tot ongeveer de leeftijd van 13 heb ik het gevoel dat jongeren nog best vaak hun mening durven uit te spreken en daardoor ouders veel meekrijgen. Maar daarna zijn ze hun eigen weg aan het zoeken, worden ze veel stiller en erg gevoed met allerlei algoritmes waar ze heel veel sociale media kennis van krijgen die ouders niet meekrijgen”.

Stelling 2: jongeren hebben voldoende invloed

De jongeren hebben het gevoel dat zij hun mening kunnen geven en voelen zich serieus genomen wanneer volwassenen de tijd nemen om te luisteren. Wel zit er duidelijk verschil tussen luisteren en echt horen wat een jongere zegt. Sommige jongeren vinden dat er te weinig wordt gedaan met hun input: “Ik heb het gevoel dat volwassenen hun tijd nemen om echt te luisteren, maar het is niet alsof ze oprecht geïnteresseerd zijn. Je wordt uitgenodigd als jongere maar daarna wordt er niets mee gedaan. Dus dan heb ik ook zoiets van ja waarom zit je hier dan”.

Volgens de jongeren verschilt het per situatie of volwassenen ervoor openstaan om echt iets te doen met deze input. Het kan bijvoorbeeld lastig zijn voor volwassenen om eigen kennis en ervaringen los te laten. Daarnaast moet je er zelf ook moeite voor doen als je je mening wilt geven, vertelt een aantal jongeren: Je moet het zelf ook wel een beetje afdwingen, want ik ben erachter gekomen dat specialisten in een bepaald onderzoeksgebied vaak denken dat zij het het beste weten. Dus je moet wel zelfverzekerd in je schoenen staan wil je daar tussenkomen als groentje. Dat is soms best lastig want het verschilt ook heel erg wie er dan wel voor openstaat om dingen van je aan te nemen”.

Wordt beleid ook echt beter door het betrekken van jongeren? Aan de ene kant zeggen de jongeren: Ja. Ze vinden het belangrijk om invloed te hebben op beleid omdat ze in de toekomst zelf met dit beleid te maken krijgen: “Als je iets in de omgeving doet of je probeert iets te creëren voor een bepaalde groep mensen, dan is het wel handig om daar ook die groep mensen bij te betrekken. Je wilt uiteindelijk weten denk ik wat degene die het aangaat ook zelf ervan vindt”. Aan de andere kant stellen zij ook: Jongeren alleen maken beleid niet per se beter. Jongeren en volwassenen moeten elkaar met hun ervaring en kennis aanvullen om goed beleid te creëren wat daadwerkelijk ook haalbaar is: “Waar volwassenen niet helemaal op de hoogte zijn van de leefwereld van jongeren is dat andersom net zo erg”.

De jongeren pleiten voor meer inclusie en diversiteit. Het is belangrijk om diverse doelgroepen te betrekken: verschillende jongeren en volwassenen input laten geven, waarbij experts de puntjes op de ‘i’ zetten: “Dat je ideeën vanuit de jongeren, vanuit de praktisch opgeleiden, vanuit de wetenschappelijk opgeleiden, als je die dan doorgeeft aan mensen die er genoeg kennis van hebben om dan daadwerkelijk effectief te kijken wat kunnen we hiermee. Ik denk dat je meer moet kijken om zo jongeren te betrekken”.

De jongeren geven aan dat de verschillende doelgroepen op een betere manier kunnen worden bereikt. Volwassenen weten soms niet wáár ze een bepaalde doelgroep kunnen bereiken en hoé ze vervolgens hen kunnen stimuleren om mee te doen: “Ik heb het gevoel dat er wel tools zijn om projectzoekenden en projectgevers bij elkaar te brengen, maar dat de tools niet heel erg goed of breed geadverteerd worden. Ik zou graag meer willen doen met jeugdparticipatie, maar ik vind het best lastig om iets te vinden”. Een andere jongere zegt:“Dan loop je als projectgever een beetje langs de doelgroep heen, door het of via een werksite als LinkedIn te doen terwijl je eigenlijk weet dat daar geen mensen van je doelgroep op zitten”

Stelling 3: jongeren leren van jeugdparticipatie

Door betrokken te worden doen de jongeren veel nieuwe kennis op over een bepaald onderwerp. Ook doen zij kennis op over wat jeugdparticipatie betekent en wat je hiermee kunt doen: Ik heb geleerd wat jongerenparticipatie inhoudt en hoe dit ingezet wordt bij verschillende organisaties die zich bezighouden met maatschappelijke vraagstukken. Ik heb geleerd om na te denken over de visie van projecten en hoe de mening van jongeren hierbij in te zetten is, zodat de projecten beter aansluiten bij de behoeften en wensen van de doelgroep”. Een jongere vult hierop aan: “Ik heb inzicht gekregen in hoe lastig het is om grotere groepen mensen te betrekken. Mensen überhaupt bereiken, laat staan hen echt laten aanstellen tot meedoen. En hoe goed of mooi uitgewerkte plannen ook zijn, deze de nodige grootte geven kan zwaar zijn”.

Ook leren de jongeren van de mening van andere jongeren, en hoe je deze kunt meenemen in projecten: “Je leer op een andere manier denken om de jeugd meer te activeren om mee te doen. Door het gesprek aan te gaan, kom je soms op verrassende inzichten”.

Daarnaast hebben de jongeren hun vaardigheden ontwikkeld op het gebied van onderzoek doen en communicatie:Ik heb geleerd hoe ik informatie ophaal bij andere jongeren door middel van interviews, enquêtes et cetera, om zo een beter beeld te geven aan de organisaties over wat jongeren vinden, denken, voelen en willen. Hierdoor heb ik veel inzicht gekregen in de rol en de waarde van jeugdparticipatie”. Een andere jongere vertelt: “Het heeft me geholpen beter te overleggen met anderen. Je ging echt in gesprek met mensen in plaats van iedereen die zijn eigen mening er doorheen probeert te drukken. Ik merk in groepsoverleggen dat ik daardoor beter ben gaan luisteren als het ware”.

Vier adviezen

Kort samengevat geven de jongeren 4 adviezen:

  1. Bepaal de doelgroep en zorg dat de wervingsmethode op deze doelgroep aansluit.
  2. Vergroot inclusie en diversiteit: Zorg er niet alleen voor dat jongeren met verschillende achtergronden en ervaringen een kans krijgen om input te geven, maar zowel verschillende jongeren, volwassenen als experts betrekken bij het gehele proces.
  3. Laat als professional je eigen kennis en ervaring los om open te staan voor de leefwereld van jongeren.
  4. Luister niet alleen naar de input van jongeren maar doe er ook echt wat mee: zie een andere kijk van jongeren niet als probleem maar juist als verrijking.

Wil je meer weten over jeugdparticipatie of zelf ermee aan de slag? Neem dan contact op met Ivet Pieper.

Tekst en interviews: Julia Mijinke, stagiaire Stichting Alexander