Stichting Alexander bestaat dit jaar 30 jaar, en daarom blikken we terug. Onder andere op alle gedreven mensen die in de afgelopen jaren voor de organisatie werkten. Hoe heeft jeugdparticipatie voor hen betekenis gekregen en hoe speelt dit een rol in hun nieuwe werk? Om daar een antwoord op te krijgen komen in dit artikel twee oud-medewerkers aan het woord: Aimy Ogaeri en Tynke Hof. Zij zijn als stagiaire begonnen en hebben daarna een aantal jaar bij Stichting Alexander gewerkt.
Hoe heb je je werktijd ervaren bij Stichting Alexander?
Heel fijn. Het is een fijne organisatie en het voelt een beetje als een kleine familie vind ik. Ik had best wel wat onzekerheden of ik het goed deed, maar het is een plek waar je dat soort dingen gewoon veilig kunt leren en waar je jezelf kan ontwikkelen. Ook was het heel leuk om te werken met jongeren. Dat was altijd wel mijn highlight, om die bijeenkomsten te organiseren, voor te bereiden, na te denken over creatieve werkvormen en vervolgens dan met de jongeren werken. Dat vond ik het leukst.
En ook dat contact houden. Wij hebben geen doelen of verwachtingen waar we aan werken met de jongeren, zoals in de hulpverlening. We willen gewoon weten hoe ze tegen iets aankijken, waardoor je net een beetje op een afstand staat maar ze ook wel veel willen toevertrouwen aan je. En dat vond ik best een fijne positie om in te zitten.
Wat betekent jeugdparticipatie voor jou?
Voor mij persoonlijk gaat het om de ontwikkeling die jongeren meemaken door aan zo’n project mee te doen. Ik heb zoveel jongeren zien groeien daardoor. Het ligt ook aan de band die je dan opbouwt met de jongeren, dat ze zich veilig voelen en dingen durven te zeggen. Om daar onderdeel van te zijn vond ik leuk, en om te zien hoe ze zelfverzekerder worden door aan zo’n project mee te doen. En inzien dat hun stem telt en belangrijk is.
Op welke manieren ben jij zelf bezig geweest met jeugdparticipatie? Welke projecten zijn je het meest bijgebleven?
Op veel verschillende manieren. Ik heb bijvoorbeeld meegeholpen aan het organiseren van de Nationale Jeugdhulpprijzen, wat steeds een ander thema heeft. Eén keer ging het thema over mensen op de vlucht, waarbij alle projecten in de jeugdhulp die iets deden met gevluchte mensen aangemeld konden worden. Deze werden beoordeeld door jongeren die zelf in de jeugdhulp zaten. Vervolgens mochten zij ook de prijsuitreiking organiseren.
Dat is natuurlijk superleuk, dat je met jongeren zoiets praktisch doet en dat vonden de jongeren die destijds meededen zelf ook leuk. Het is best een lang proces van ongeveer een half jaar, dus dan leer je die jongeren ook goed kennen en is het gezellig om samen te komen. Ik had een beetje het gevoel dat het de highlight van de maand was voor die jongeren en ook voor mezelf.
“Greta Thunberg heeft laten zien dat ook jongeren massaal kunnen gaan protesteren voor dat wat ze belangrijk vinden. Ik vind het cool dat zij ervoor heeft gezorgd dat jongeren een plek hebben gekregen aan de discussietafel. Ze is voor mij een groot voorbeeld en ook hoop en inspiratie”
Welke ontwikkelingen op het gebied van jeugdparticipatie heb jij gezien en hoe denk je dat we er nu voor staan?
Het valt me op dat het steeds belangrijker wordt gevonden dat jongeren gehoord worden. Ik denk dat het veel te maken heeft met Greta Thunberg, die heeft laten zien dat jongeren ook massaal kunnen gaan protesteren voor dat wat ze belangrijk vinden. Ik vind het cool dat zij ervoor heeft gezorgd dat jongeren een plek hebben gekregen aan de discussietafel. Ze is voor mij een groot voorbeeld en ook hoop en inspiratie. Ik heb het gevoel dat mensen het tegenwoordig veel beter lijken te begrijpen, en dat jongerenparticipatie onder een grotere groep mensen bekender is geworden. Ik denk dat meer organisaties ermee bezig zijn, en het daardoor belangrijker maken voor andere mensen door het steeds weer op de agenda te zetten.
Maar ik vind nog niet dat we er zijn, want veel organisaties willen er wat mee maar zien het nog als een soort vinkje wat je af moet vinken, en maakt het niet zo uit of het nou goed wordt gedaan of niet. Soms is het een beetje voor de bühne. Het gaat er dan niet om dat kinderen worden gehoord, maar dat er een kind op het podium staat en iedereen kan klappen. Er zijn veel mensen die iets met jeugdparticipatie willen doen omdat ze het belangrijk vinden, maar ze weten dan niet helemaal hoe. En je moet natuurlijk uitkijken met kinderen dat het ook ten goede is van hen zelf.
En hoe denk jij dat we daarvoor kunnen waken?
Ervoor zorgen dat hun stem wordt gehoord. Dus niet alleen nadenken over hoe we jongeren erbij kunnen betrekken, maar ook hoe we ervoor zorgen dat er wat mee gebeurt. Dat ligt vaak aan de kant van de professionals, bijvoorbeeld dat een ambtenaar of politicus erbij is die daadwerkelijk aangeeft dat hij daar wat mee gaat doen. En ook dat het op een veilige manier gebeurt en er altijd goede begeleiding is. Want dat zie je soms ook, dat jongeren worden uitgenodigd en er eigenlijk niet zo goed is nagedacht over hoe je een kind veilig houdt in zo’n situatie.
Hoe heb jij jezelf ontwikkeld op het gebied van jeugdparticipatie bij Stichting Alexander?
Ik vond het interessant om te zien wat voor opdrachtgevers en opdrachten er überhaupt op dit gebied zijn. En vervolgens om mee te mogen denken over hoe zo’n project er dan uit komt te zien. Je wordt als medewerker bij zoveel dingen betrokken, ik denk dat dat wel iets leuks is wanneer je werkt voor een kleine organisatie. Bij Stichting Alexander krijg je daardoor van ieder project wel wat mee. Aan het begin is het een beetje veel informatie. En dat je denkt…wat? Al deze afspraken? Maar op een gegeven moment weet je van alle projecten wat en heb je ook van ieder project iets meegemaakt. Dat vond ik leerzaam.
“Dat heb ik vanuit Stichting Alexander meegekregen: om te denken vanuit het kind, hoe we het zo goed mogelijk kunnen faciliteren voor hen en nadenken over wat het kind zou willen”
Hoe pas je kennis en ervaring die je hebt opgedaan bij Stichting Alexander toe in je nieuwe werk?
Ik denk een beetje de normen en waarden van jeugdparticipatie. Vaak wordt er niet nagedacht vanuit het kind en over wat dat kind nodig heeft, het wordt vanuit een ander perspectief bekeken. Dat heb ik vanuit Stichting Alexander meegekregen: om te denken vanuit het kind, hoe we het zo goed mogelijk kunnen faciliteren voor hen en nadenken over wat het kind zou willen. Ik vind het nog best wel zorgwekkend om te zien hoe bepaalde mensen in het veld hier niet over na lijken te denken. Dat komt wel vanuit mijn achtergrond bij Stichting Alexander, dat je ook wel weet waar je op moet letten en dat leer je door die ervaring.
Hoe zie jij jeugdparticipatie in de toekomst voor je?
Hopelijk dat jongeren worden gehoord, dat er ook wat mee wordt gedaan en dat jongeren dus ook serieus genomen worden. Mensen kunnen het waarderen maar nemen het niet altijd serieus en denken niet na over hoe ze daar vervolgens iets mee gaan doen. Het is vaak een lang proces waar je in gaat met kinderen. Dat kost tijd en geld, dus moet je ook de middelen hebben om er vervolgens wat mee te gaan doen. Ik hoop daarom dat er genoeg geld en tijd voor wordt uitgetrokken. Dat zou het werk ook leuker maken, als je vervolgens ook ziet dat het zin heeft gehad.
Zijn er tips die je aan professionals zou willen meegeven?
Enerzijds zou ik willen zeggen: ga het maar gewoon doen. Want ik denk dat veel professionals een beetje bang zijn om die stap te nemen, om met jongeren te gaan praten. Maar tegelijkertijd wil ik ook niet dat er zomaar wat wordt gedaan zonder dat er vervolgens wat mee gebeurt. Ik denk dat het goed is om van tevoren na te denken over: Wat kunnen we vervolgens met die stem doen en wie kan hiermee wat doen? Dus iemand betrekken die invloed kan hebben op wat er anders kan. En diegene betrekken bij het proces vanaf het begin. Ik denk dat dat wel een goede tip is.
Hoe heb je je werktijd ervaren bij Stichting Alexander?
Ontzettend leuk. Bij Stichting Alexander is het team super en dat is gewoon heel fijn. De collega’s gedurende mijn stage stonden er zo open voor als je dingen wilde leren. Je mag alles uitproberen en je krijgt heel veel ruimte om je daar te ontwikkelen. Ook meteen het vertrouwen dat je dingen kan, dat je dingen op je kan nemen. En het is natuurlijk ook heel leerzaam en interessant om die wereld van jeugdparticipatie te zien. Je moet er gewoon even ingedoken zijn voor je dat kan voelen van goh, wat betekent dat nou als jongeren hun stem kunnen geven en mee kunnen doen?
Wat betekent jeugdparticipatie voor jou?
Voor mij betekent het mensen in hun kracht zetten en dat jongeren hun zegje mogen doen. En ook dat het maatwerk en menselijk werk mogelijk maakt. Wanneer iets aan moet sluiten op een bepaalde doelgroep heb je daar ook de doelgroep zelf voor nodig. Dat maakt het veel passender en menselijker.
“Als je jongeren laat meepraten zet je ze juist in hun kracht en geef je hen ook de controle over dingen in hun leven. Dat is super belangrijk en ook voor op de lange termijn”
Waarom is jeugdparticipatie belangrijk?
Het is een soort emancipatie van jongeren. Dat dingen niet óver jongeren maar mét jongeren worden gedaan, zeker als ik dat koppel aan mijn werk wat ik nu doe. Voor kwetsbare jongeren zijn er zoveel dingen die over hen beslist worden. En je merkt dat dat hen ook een soort van lam slaat, dat ze geen controle hebben over hun eigen leven. Dat is gewoon een heel naar gevoel lijkt me. Terwijl als je ze laat meepraten je ze juist in hun kracht zet en ook de controle geeft over dingen in hun leven. Dat is super belangrijk en ook voor op de lange termijn. Dat ze voelen oké ik mag beslissingen voor mezelf maken, ik weet wat goed voor mij is en mensen luisteren naar mij.
Op welke manieren ben jij zelf bezig geweest met jeugdparticipatie?
In principe op superveel manieren, er is al zoveel langsgekomen. Bij Jeugdplatform Amsterdam vind ik het supergoed dat zij de doelgroep zelf betrekken, dus jongeren en ouders die te maken hebben met een vorm van jeugdhulp. En hen vervolgens aan tafel krijgen met bestuurders, de wethouder en mensen die daarover gaan. Om naar hen te luisteren en uitgebreide adviezen te schrijven waar bestuurders vervolgens weer iets mee kunnen.
Daarnaast heb ik jongerenonderzoeksteams begeleid, waarbij het leuk is om te zien hoe dat loopt omdat je jongeren een expertrol geeft. Zij mogen bij andere jongeren onderzoeken hoe iets in elkaar steekt, en ze leren daar superveel van. Ook hebben we een groot symposium gegeven toen de oud-directeur wegging, met verschillende workshops over jeugdparticipatie. Er kwamen allemaal mensen waar Stichting Alexander mee samenwerkt of die in dat veld zitten. Het is leuk om samen gesprekken aan te gaan over jeugdparticipatie, hoe anderen dit zien en wat ervoor nodig is.
Welke projecten zijn je het meeste bijgebleven?
Heel veel projecten wel. Wat ik interessant vond, dus iets heel anders waarvan ik nooit had gedacht dat ik daar een project over zou doen, is over sportverenigingen die gingen samenwerken. Wij werden ingezet om te vragen wat de leden daarvan vinden en wat daarin goed gaat. Dat was wel grappig omdat ik nooit had verwacht dat ik in zoiets zou meedoen, dat je dan ineens langs sportverenigingen komt om met die sporters te praten.
“Ik denk dat je jeugdparticipatie op de een of andere manier toch een boost moet blijven geven. Want ik ben bang dat als je dat niet doet, het weer weg ebt. Ik denk dat het luisteren naar jongeren en de gelijkwaardigheid die daarmee gepaard gaat nog niet automatisch is”
Welke ontwikkelingen heb jij op het gebied van jeugdparticipatie gezien?
Ik weet dat er steeds meer aandacht voor is en er steeds meer middelen beschikbaar komen, die ontwikkeling heb ik wel gezien. Ook met de jeugdwet, dat daarin verankerd staat dat je cliëntenraden moet hebben bij bijvoorbeeld de jeugdzorg of instellingen. Maar ik denk dat er nog wel veel te halen valt, en dat je het op de een of andere manier toch een boost moet blijven geven. Want ik ben bang dat als je dat niet doet, het weer weg ebt. Ik denk dat het luisteren naar jongeren en de gelijkwaardigheid die daarmee gepaard gaat nog niet automatisch is, en dat daar in opleidingen of in organisaties nog veel aandacht aan gegeven kan worden.
Waar haal jij veel hoop en inspiratie uit?
Ik heb meegewerkt aan het een onderzoek over jongeren en klimaat. Ik zie hoe jongeren die betrokken zijn bij jongerenorganisaties zich inzetten voor klimaat en laten zien hoe zij hun invloed ervaren. En ik moet zeggen, ik krijg er wel hoop van omdat die jongeren wel zelf op de bres staan voor: hey, luister naar mij.
En dat zie je natuurlijk ook steeds meer in de media of met protesten, dat jongeren zich wel hard maken voor bepaalde zaken in het land. En je hoopt dat daar gehoor aan wordt gegeven. Het kan natuurlijk ook weer een boost geven voor anderen, bijvoorbeeld voor kwetsbaardere jongeren. Die zien van: oh kijk, zij zijn ook nog jong maar hebben iets bereikt en zijn voor zichzelf opgekomen.
Hoe heb jij jezelf ontwikkeld op het gebied van jeugdparticipatie?
Op heel veel vlakken. Als het gaat over jeugdparticipatie voelt de hele gedachte goed dat je daarvoor staat en weet hoe het werkt. Maar ook op persoonlijk vlak is het een heel fijn team om je in te ontwikkelen, doordat ze zoveel mogelijkheden gaven en je bijvoorbeeld presentaties mocht geven en voor groepen mocht staan. Dat vond ik nog best wel spannend maar ze zeiden ook: ga het gewoon doen. En daardoor heb ik dingen gedaan die je een boost geven. Af en toe kom je jezelf ook wel tegen in bepaalde dingen, wat aan de andere kant gewoon prima is en heel helpend.
Hoe pas je jouw kennis en ervaring die je hebt opgedaan bij Stichting Alexander toe in je nieuwe werk?
Wat ik merk is dat ik veel doe vanuit het gedachtegoed van jeugdparticipatie, en veel meer kinderen betrek bij plannetjes die we voor hen bedenken of met hen bedenken. Vaker vragen hoe dingen voor hen zijn, wat hun perspectief ergens in is, hoe zij iets zien maar ook op een gelijkwaardig niveau met de jongeren omgaan. Als ik bijvoorbeeld in een zorgoverleg zit van een bepaald kind, dan zeg ik ook wel een paar keer: als we iets bedenken, laten we even checken bij de jongere hoe hij hier zelf over denkt of hierin zou willen.
Dus zorg ervoor dat je ze erbij betrekt, en dat geldt ook voor ouders. Dat zijn dingen die ik ook bij het Jeugdplatform heb geleerd, hoe ouders het ervaren in de jeugdzorg. Omdat ze soms best wel moeten boksen om hun zegje te kunnen doen, dat er naar hen geluisterd wordt en ze serieus worden genomen als ouders. Ik probeer ouders altijd als expert te zien over hun eigen kind.
Hoe zie jij jeugdparticipatie in de toekomst voor je?
Ik denk dat we in iets opwaarts zitten. In de zin van dat het iets is wat steeds meer komt, maar wel dat je het moet blijven voeden. En dat het dan misschien steeds meer gemeengoed wordt en uiteindelijk steeds minder nodig is om erop te blijven hameren. Je wilt gewoon dat het in het systeem zit en dat het op een gegeven moment op een bepaald niveau blijft hangen.
“Jeugdparticipatie is zoveel meer dan alleen even een keer aan jongeren vragen hoe zij erover denken”
Zijn er misschien nog andere tips die je aan professionals zou willen meegeven?
Ik zou je in ieder geval erin verdiepen. Jeugdparticipatie is zoveel meer dan alleen even een keer aan jongeren vragen hoe zij erover denken. Ik zou een training of iets dergelijks volgen, zodat je verschillende tools hebt en verschillende manieren weet waarop je jeugdparticipatie kunt inzetten op diverse gebieden, en het zo je eigen kunt maken. Neem die duik erin.